woensdag 10 februari 2016



Analyse van het curriculum deel B
Deze analyse gaat over de opleiding autotechniek niveau 4 (technisch specialist) opleiding

Vraag I: Welke leerlijnen/leerdoelen herken je?
De Technisch Specialist Personenauto’s werkt slechts beperkt routinematig. Het merendeel omvat een diversiteit aan werkzaamheden die hij naar eigen inzicht moet plannen en uitvoeren. Vaak ook moet hij daarbij ‘pionieren’ en nieuwe standaarden ontwikkelen. Hij heeft vaak speciale gereedschappen en (hef)apparatuur nodig. Dit vergt grote nauwkeurigheid en voorzichtigheid en brengt ook een groot afbreukrisico mee. De complexiteit wordt beïnvloed doordat de benodigde tijd vooraf niet altijd goed in te schatten, vooral wanneer de gegevens niet of beperkt beschikbaar zijn. Het kan nodig zijn anderen in te schakelen (kostenbewustzijn). Door de complexe aard van moderne systemen (en de communicatie tussen systemen) kunnen klachten misleidend zijn. Dit kan veel tijdverlies opleveren. Aard van de benodigde kennis en vaardigheden De Technisch Specialist Personenauto’s heeft specialistische kennis en -vaardigheden over complexe moderne autosystemen, testapparatuur en zoekstrategieën.
De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen

Vraag II: Naar welke leerdoelen leiden deze leerlijnen?

  • §  bezit brede en specialistische kennis van de functie en opbouw van componenten en systemen van personenauto's
  • §  bezit brede en specialistische kennis van de middelen voor het reinigen en smeren van onderdelen van personenauto’s
  • §  bezit brede en specialistische kennis van de relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens
  • §  bezit brede en specialistische kennis van de technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij personenauto's
  • §  bezit brede en specialistische kennis van elektrische componenten/onderdelen toegepast in personenauto's
  • §  bezit brede en specialistische kennis van elektronische componenten/onderdelen toegepast in personenauto's
  • §  bezit brede en specialistische kennis van handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van personenauto-onderdelen
  • §  bezit brede en specialistische kennis van kwaliteitsnormen
  • §  bezit brede en specialistische kennis van mechanische componenten/onderdelen toegepast in personenauto's
  • §  bezit brede en specialistische kennis van meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen
  • §  bezit kennis van de verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij personenauto's
  • §  kan gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van personenauto’s
  • §  kan gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het repareren van onderdelen en componenten van personenauto’s
  • §  bezit brede en specialistische kennis van alternatieve aandrijf- en brandstofconcepten bij personenauto's

Vraag III: Welke integratie of samenhang van leerdoelen zie je?
Integratie van AVO, theorie en praktijk in een beroepstaak en tussen binnen en buitenschoolse praktijk.

Vraag IV: Hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren terug?
Er wordt gebruik gemaakt van integrale beroepstaak opdrachten. In leerjaar 1 hebben we 17 beroepstaken, leerjaar 2, 3 en 4 hebben we 8 beroepstaken per jaar. Een beroepstaak bestaat uit theorie en daarbij horende praktijkopdrachten, ook is er een link tussen de praktijkopdrachten binnen en buitenschools. De theorie wordt aangebracht door lintlessen. Voor rekenen en Nederlands zijn unit coaches ingesteld die monitoren of de wettelijke verplichtingen worden nageleefd en of ROC werkwijze bijgesteld moet worden. Binnen de vakken LB rekenen 3F en Engels en Nederlands 3F werkt men los van de IBO en heeft eigen thema’s met jaarplanners.

Vraag V: Welke sterke punten herken je, wat zijn zwakkere punten?
De KD structuur met prestatie indicatoren zijn in grote lijnen herkenbaar in de leerlijnen. De leerdoelen werken toe naar het gewenste niveau ter deelname aan PVB en de uiteindelijke diplomering van technisch specialist. Voor doorstroming naar het HBO is onvoldoende wiskunde aanwezig in de opleiding omdat alleen een rekenniveau wordt aangegeven. Het aantal stagedagen is veel in de opleiding, afhankelijk van de eindbestemming van de deelnemer (werken of HBO) zou hier een onderscheid aangemaakt kunnen worden wat ook weer moeilijk is vanwege de kleine groepsgrootte.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten